Forfaitaire rendement toe aan verandering

1194
Lekkerkerker en Keijzer financieel advies administratie
⏰ Leestijd: < 1 minuut

Vermogen waarvan het inkomen niet in box I of box 2 is belast, wordt in aanmerking genomen in box 3. Dit inkomen wordt op forfaitaire wijze bepaald. Er wordt uitgegaan van een rendement van 4% op het vermogen. Daarover is vervolgens 30% inkomstenbelasting verschuldigd. Effectief bedraagt de jaarlijkse heffig dus 1,2% van de waarde van het box-3-vermogen per januari. Dit forfaitaire systeem roept de laatste tijd weerstand op, vooral omdat het werkelijke rendement op spaargeld al lange tijd veel lager is dan 4%.

Herziening box 3 per 2017

Voorgesteld wordt om de structuur van box 3 te herzien door met ingang van 1 januari 2017 het forfaitaire rendement als volgt te wijzigen:

Grondslag Forfaitair rendement 2015/2016 Forfaitair rendement 2017
€ 0 – € 75.000 4,00% 2,90%
€ 75.000 – € 975.000 4,00% 4,70%
> € 975.000 4,00% 5,50%

 

Het in aanmerking te nemen rendement neemt dus toe naarmate het vermogen toeneemt. De tabel geldt in principe per belastingplichtige. Daarnaast wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 21.139 per persoon tot € 25.000. De achtergrond van het voorstel is dat naarmate het box-3-vermogen toeneemt, het vermogen voor een groter deel uit beleggingen (met name aandelen, obligaties en onroerende zaken) blijkt te bestaan. Omdat het gemiddelde langetermijnrendement bij beleggingen hoger is dan bij spaargeld, stijgt het gemiddelde rendement naarmate het box-3-vermogen groter is. Om aan dit gegeven recht te doen, wordt het forfaitaire rendement per vermogensklasse berekend

Mogelijke alternatieven om box-3 te omzeilen
● Vermogen stallen in bestaande of nieuw op te richten bv (bij groot succes kan het zijn dat deze mogelijkheid wordt herzien door de Belastingdienst).
● Aflossen hypotheekschuld in box-1.
● Omzetten privévermogen naar ondernemingsvermogen. Dit kan op diverse manieren.
● Vermogen schenken.