Het Nederlandse kabinet heeft samen met regionale overheden 2,5 miljard vrijgemaakt voor de chipindustrie. Het uitgebreide pakket aan maatregelen voor kennis, onderwijs en infrastructuur, bekend als project Beethoven, moet er voor zorgen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor de chipsector.
De technici van de toekomst
Er is een grotere behoefte aan gekwalificeerd personeel in de chipsector. Om hieraan tegemoet te komen, zal het kabinet tot 2030 450 miljoen euro investeren, gevolgd door een jaarlijkse investering van 80 miljoen euro. Dit geld wordt gebruikt om meer technici op te leiden door het aantrekken van extra studenten. Mbo’s, Hbo’s en universiteiten in vier regio’s (Eindhoven, Delft, Enschede en Groningen) zullen worden aangemoedigd om samen te werken met de chipindustrie. Daarnaast wordt er gestreefd naar meer diversiteit binnen de verschillende techniekopleidingen.
Infrastructuur
Chipfabrikanten hebben een goede infrastructuur. Daarom wordt geïnvesteerd in station Eindhoven en zullen er meer snelbussen in deze regio gaan rijden. Er gaan ook in regio Eindhoven meer snelbussen rijden. Er wordt bovendien onderzocht hoe de verkeerssituatie op de A2 en de N2 kan worden verbeterd. Het stroomnet maakt ook deel uit van de infrastructuur. Er wordt daarbij onderzoek gedaan naar de oplossingen van knelpunten.
Woningbouw
Het Rijk streeft ernaar dat er in de regio Eindhoven meer bijna 20 duizend extra woningen worden gebouwd, bovenop de stijging van 45 duizend woningen, dat al vast stond in de regionale woondeel. Om dit te bereiken wordt er een bedrag van 425 miljoen beschikbaar gesteld.
Reactie van ASML en FME
ASML staat positief tegenover het plan, maar plaatst wel enkele kanttekeningen. Eerder heeft het bedrijf herhaaldelijk zorgen geuit over het Nederlandse vestigingsklimaat en overwoog het uit te breiden naar Frankrijk.
Het belangrijkste punt van zorg voor ASML is de wetgeving met betrekking tot migratie. Veertig procent van de werknemers is afkomstig uit het buitenland. Onlangs is er in de Tweede Kamer een motie van Pieter Omtzigt aangenomen, waarbij de belastingvoordelen voor buitenlandse werknemers worden afgebouwd.
De ondernemingsorganisatie FME is ook positief en vindt de 2,5 miljard als een mooie investering, maar het benadrukt wel dat de onderhandelende coalitiepartijen nu moeten inzetten op langetermijnbeleid.