Vanaf 1 januari 2020 versoepelt het kabinet de regels rondom de fiets van de zaak.
Mensen op de fiets krijgen
Afgelopen jaren heeft het kabinet de regels voor de fiets van de zaak strenger gemaakt. Tot 2015 kon je gebruik maken van het aantrekkelijke fietsplan, maar sinds de invoering van de zogenoemde werkkostenregeling is dit verleden tijd. Binnen die regeling mag de werkgever tot 1,2 procent van de totale loonsom van alle werknemers belastingvrij schenken aan het personeel.
Toch ziet het kabinet in, zeker met het oog op het milieu, dat een versoepeling van die regeling gewenst is.
Wat kost een leasefiets volgend jaar?
Met deze versoepeling lijkt het gebruik van de leasefiets heel erg op het gebruik van de leaseauto. Dit houdt in dat je als werknemer 7 procent van de adviesprijs van de leasefiets optelt bij je bruto inkomen. Daarover betaal je belasting, de baas betaalt de rest van de leasekosten. Je kunt via de regeling uit allerlei fietsen kiezen. Van stadsfiets tot mountainbike, er is veel mogelijk. Als we de elektrische fiets als voorbeeld nemen, krijg je de volgende rekensom:
Voor een e-bike van 2500 euro betaal je een kleine 70 euro per jaar bij een belastingtarief van rond de 40 procent. Voor het zakelijk leasen van een fiets betaalt de werkgever daarnaast leasekosten, die per fiets verschillen.
Niet voor iedereen voordelig
Toch is die versoepeling niet voor iedereen voordelig. Een werknemer die dagelijks op zijn nieuwe fiets naar zijn werk komt, krijgt namelijk geen reiskostenvergoeding meer en loopt daardoor al snel zo’n 100 tot 200 euro per maand mis.
Als je bijvoorbeeld 20 kilometer van je werk woont en dagelijks heen en weer fietst, dan is een fiets van 2000 euro die je zelf aanschaft na 15 maanden voordeliger dan een fiets van de zaak.
De regeling wordt aantrekkelijker als je de fiets van de zaak slechts af en toe gebruikt voor woon-werkverkeer. Voor de dagen dat je niet fietst, kun je dan nog wel een vergoeding krijgen voor je reis met de auto of openbaar vervoer.